donderdag 8 maart 2012

SITE2012: Presentatie Douglas Agyei over TPACK

Vanochtend is het de beurt aan onze collega Douglas Agyei die presenteert over "Pre-Service Mathematics Teachers’ Learning and Teaching of Activity-Based Lessons Supported with Spreadsheets".

Douglas presenteert een deel van een groter project waarbij geprobeerd wordt om ICT te integreren in de lerarenopleiding wiskunde in Ghana. Het TPACK raamwerk wordt gebruikt als onderliggend raamwerk voor het onderzoek. Naast het integreren van ICT probeert Douglas het onderwijs ook meer student-gecentreerd te maken dan voorheen, door gebruik te maken van activity-based learning. Een dubbele uitdaging dus.
Douglas is niet bezig met "cutting edge technology": hij probeert de leraren (in opleiding) spreadsheets te laten gebruiken om verschillende redenen (zie foto). De meest belangrijke reden is een heel context-gebaseerde reden: in Ghana zijn weinig faciliteiten beschikbaar voor docenten en studenten. Spreadsheets vereist alleen een computer enbijvoorbeeld geen internetverbinding.

De docenten kregen een workshop over TPACK en het werken in teams, waarbij ze voorbeelden te zien kregen van de mogelijkheden van spreadsheets in het onderwijs. daarna werkten ze samen in hun team waarbij ze een wiskundig onderwerp kozen, keken op welke manier spreadsheets gebruikt konden worden en lesmateriaal gingen ontwerpen en ontwikkelen. Het materiaal werd uitgeprobeerd door de lessen te geven aan collega docenten in opleiding, waarna ze het materiaal echt in de klas gingen gebruiken.

Om te onderzoeken wat de resultaten zijn van deze werkwijze gebruikt Douglas verschillende instrumenten: de TPACK Survey, een rubric om de lesplannen te beoordelen en een rubric om observaties in de klas uit te voeren. Uit de resultaten blijft dat de docenten in het begin echt moesten wennen aan het gebruik van spreadsheets. Het positieve aan spreadsheets is dat je je studenten visueel kan laten zien hoe bepaalde formules in elkaar zitten. Dat betekent uiteraard wel dat je als docent ten eerste moet weten hoe de spreadsheets precies werken (TK) en het daarna op zo'n manier moet gebruiken dat het studenten helpt om te begrijpen waar het om gaat (TCK) en dat op zo'n manier dat het ook nog activity-based was (TPCK). Het werken in teams, het eerst uitproberen met collega's en het daarna pas uitvoeren in de klas hielp de docenten om deze competenties te ontwikkelen. Uit de resultaten blijkt dan ook dan de docenten van een docent-gecentreerde aanpak naar een student-gecentreerde aanpak zijn gegaan en dat de docenten een significante groep hebben doorgemaakt als het gaat om de T-gerelateerde delen van het TPACK model.

De uitdaging waar Douglas nu voor staat is het integreren van deze ervaringen in vakken die op de lerarenopleiding gegeven worden.. Een van de vragen die uit het publiek gesteld worden is of Douglas weet hoe het nu gaat met de docenten die afgestudeerd zijn en of zij nog steeds op deze manier bezig zijn. En het antwoord is.... ja! Dat is eigenlijk het grootste succes volgens mij: dat docenten doorgaan met een innovatie, ook als de onderzoeker er niet meer is om te begeleiden.

woensdag 7 maart 2012

SITE2012: Symposium MAET Programma Michigan State (3)

Het tweede deel van het symposium gaat over het gebruik van social media in het MAET programma en onderzoek naar de ontwikkeling van TPACK bij de deelnemers aan het programma.

De eerste presentatie over het gebruik van social media wordt verzorgd door Leigh Wolf. Zij is de mede-program director van het MAET programma en studieadviseur van de studenten. Leigh geeft aan dat het voor studenten zelfs mogelijk is om niet te kiezen dus of online of hybrid, maar dat je ook een combinatie kan doen. bijvoorbeeld het eerste jaar online, het tweede jaar hybrid en het derde jaar "overseas".
Heel mooi dat dit kan, maar dat betekent wel dat je een individuele student op verschillende manieren moet ondersteunen om er voor te zorgen dat hij/zij dat programma ook kan volgen en afronden. En ook dit moet voldoen aan het idee dat het volgen van het programma een "ervaring" is (zie mijn eerder post). En hoe zorg je ervoor dat ook de online studenten zich voldoende verbonden voelen met het programma en de andere studenten? Een van de manieren waarop het MAET programma dit ondersteunt is het gebruik van social media. Facebook, Pintress, Twitter, YouTube, Linkedin, etc. Om dit voor de docenten nog werkbaar te houden (stel je voor dat je alles constant moet bijhouden) wordt gebruik gemaakt van ifttt. Ik had daar zelf nog niet van gehoord, maar blijkbaar kan je dat gebruiken om alles wat je via verschillende social media binnen krijgt te stroomlijnen.

De tweede presentatie is van Matt Koehler die een presentatie geeft over het effect van het tweede jaar van het MAET programma op het TPACK niveau van de studenten. Om TPACK te meten maken ze gebruik van de TPACK Survey van Schmidt et al. De afgelopen vier jaar hebben ze aan het begin en het eind van het twee weken durende on-campus programma de vragenlijst afgenomen en de resultaten zijn goed: op alle T-gerelateerde domeinen van het TPACK model groeien de studenten (zie foto).



Tot slot mag ik reflecteren op het MAET programma. Misschien niet verassend, maar ik ben heel positief. De manier waarop ze het onderwijs organiseren, hun studenten begeleiden, een echte hechte community vormen met de studenten, het voor elkaar krijgen dat de studenten een "experience" hebben, ik ben onder de indruk. Als ik al een opmerking zou mogen maken dan zou ik het wetenschappelijk gehalte van de opleiding omhoog brengen. Er wordt gebruik gemaakt van literatuur, maar meer als inleiding op de opdrachten zonder dat de studenten daar in hun opdrachten op terug hoeven te komen. Ik denk dat je op die manier een nog beter gefundeerd gebruik van ICT in het onderwijs voor elkaar kan krijgen.

SITE2012: Symposium MAET Programma Michigan State (2)

De eerste presentatie in het symposium over het MAET programma is van Michelle Hagerman die prsenteert hoe het eerste jaar van het masterprogramma in elkaar zit. Bij het ontwikkelen van het eerste jaar van het programma is nadrukkelijk nagedacht over het programma als geheel en niet als losse vakjes die samen een opleiding vormen. Daarbij wilden ze graag de creativeit en nieuwsgierigheid van de studenten stimuleren.
Om te kijken of deze ideeen ook overeen komen met de ideeen van de studenten worden de eerstejaars studenten gevraagd om aan te geven wat ze graag willen leren. Naast leren over onderwijskundige aspecten en aspecten die met het leren van leerlingen te maken hebben wilden de meeste studenten "learn to integrate technology effectively into the classroom", oftewel ze wilden hun TPACK ontwikkelen (zonder dat ze op dat moment weten wat TPACK is). Als voorbeeld van een van de opdrachten die de studenten moesten doen waarbij de uitgangspunten van het programma en de leerbehoeften van de studenten worden gecombineerd: een website maken waarbij hun leerlingen een activiteit moeten doen waarbij hun onderzoekende houding wordt gestimuleerd. Op basis van eigen ervaringen en het spelen met technologie werd hun creativiteit gestimuleerd en maakten ze (vaak voor het eerst) kennis met technologie.

De tweede presentatie door Laura Terry gaat over het tweede jaar van het programma. Dit jaar heeft als doel "exploring learning and development through technology". Manieren waarop ze dit doen kunnen in mijn eerdere posts gevonden worden. Laura laat onder andere een filmpje zien in het kader van de opdracht "understanding understanding". Wat in het tweede jaar aan bod komt gaat (uiteraard) verder dan dat wat er in het eerste jaar gebeurt. Daar waar het accent in het eerste jaar meer op TK ligt en het ontdekken van technologieen die interessant zijn voor het onderwijs, ligt het accent in het tweede jaar echt op het ontwikkelen van TPACK. De studenten moeten als eindopdracht een "grant proposal" schrijven, een projectvoorstel dat eventueel echt ingediend kan worden en dat ingaat op het betekenisvol inzetten van ICT in het onderwijs. Daarbij maken ze gebruik van het TPACK model als kader.

De derde presentatie over het derde jaar van het programma wordt door Kristen Kereluik verzorgd. Het derde jaar gaat duidelijk een stap verder dan het tweede jaar. In het derde jaar worden "creativity, design, leadership en vision" gestimuleerd. Niet (alleen) door daar over te leren, maar vooral door zelf te doen. De studenten in het derde jaar worden uitgedaagd om zelf opdrachten te bedenken. Om de studenten de kans te geven om hier echt mee bezig te gaan kregen de studenten naast materialen en begeleiding vooral veel tijd, "time to read and tweet". Tijd om na te denken, tijd om te lezen, tijd om te ontwerpen en te ontwikkelen en tijd om te reflecteren. Of zoals een van de studenten zei "Never in my life have I taken a class that allowed me the time and flexibility to practice creative thinking".

Een vraag die uit het publiek gesteld wordt na deze drie presentaties gaat over hoe je studenten begeleid die het programma compleet online volgen. Kan je die op dezelfde manier de opdrachten laten uitvoeren? Het interessante antwoord is dat het online programma eerst ontwikkeld is en dat op basis daarvan het on-campus programma ontwikkeld is. Het idee daarachter is dat wil je een online programma succevol laten zijn je heel duidelijk moet structureren, moet begeleiden en moet communiceren, nog meer dan bij een "traditioneel" programma. Een traditioneel programma kun je vaak nog even bijstellen terwijl je bezig bent, maar de ervaring leert dat dat bij een online programma veel moeilijker is, omdat je veel meer moet inspelen op de verwachtingen van de studenten. Als was het alleen al omdat het hier vaak om parttime studenten gaat die ook andere verantwoordelijkheden en afspraken hebben.

SITE2012: Symposium MAET Programma Michigan State (1)

In juni 2011 was ik te gast in Michigan om onder andere te kijken bij het masterprogramma Master of Arts in Educational Technology (MAET) van Michigan State University. Ik heb daar met veel plezier gekeken en meegedaan tijdens de bijeenkomsten met de studenten die twee weken lang het on-campus programma volgden. Daarvoor en daarna leren ze op afstand, waarbij geregeld summerschools of terugkomdagen georganiseerd worden. Je kan de studie op deze manier (hybrid noemen ze dat hier) volgen, maar ook compleet online. 

Vandaag is er een symposium georganiseerd over de opzet van het programma, de de manier van werken en de uitkomsten van het programma. Punya Mishra zal als program director een inleiding geven over de uitgangspunten van het programma en daarna zullen de 3 jaren van het masterprogramma beschreven worden. Tot slot mag ik als discussant reflecteren op het programma, gebaseerd op de presentaties van vandaag maar ook op mijn ervaringen van afgelopen juni. Zoals je kan zien op de foto hiernaast is het programma grotendeels gebaseerd op ideeen van John Dewey. Kort gezegd gaat het volgens hem om het opdoen van een ervaring. Niet zomaar een ervaring, maar een ervaring die er echt toe doet, iets dat je raakt, iets wat je leert, iets wat niet alleen jou raakt, maar ook anderen. Voor het ontwerpen van onderwijs betekent dat onder andere dat je niet een programma maakt door een paar vakken bij elkaar te zetten in een rooster, maar dat je moet nadenken over de manier waarop je je studenten iets wilt laten ervaren. Bij MAET betekent dit dat ze nadenken over "deep play", "creativity", "meaningful, "dramatic quality" en "TPACK". Wat dit betekent en hoe dit in de praktijk uitpakt wordt in de komende presentaties besproken. Ik zal dit in een volgende post beschrijven.

dinsdag 6 maart 2012

SITE2012: Roundtable TPACK

Deze middag wordt een roundtable georganiseerd door Teresa Foulger (Arizona State University), Karsten Krauskopf (Institut für Wissensmedien - Knowledge Media Research Center) en Mia Williams (University of Northern Colorado) rondom TPACK met de titel "Is Integrating Technology Like Learning to Ride a Bike?". Tijdens de roundtable willen ze de volgende punten bespreken: There are various approaches to promote TPACK, but what do we empirically know about the paths pre- and inservice teachers follow along the way? How may the initial learning of preservice teachers differ from professional development of experienced teachers, who “only” lack the technology knowledge? When and where do they realize the value technology brings? We propose a research plan meant to help professional developers understand any developmental aspects of TPACK. The purpose of this roundtable is to interact with experts attending the conference in the creation of a multi-methods approach to this inquiry, and for active support in conducting the study. 

Het is een echte TPACK Roundtable: naast live discussie worden we lid van een Facebook groep en discussiëren daar ook. Slim: zo bewaar je de opmerkingen van de deelnemers (goed idee voor morgen als ik zelf een roundtable verzorg!).

Karsten, Teresa en Mia beschrijven een aantal cases waar zij aan werken met docenten en leerlingen, waarbij docenten in teams samenwerken aan het ontwerp en de ontwikkeling van het onderwijs. Interessant daaraan is dat ze de docenten uitdagen om de T, P en C uit elkaar te halen. zo is er blijkbaar een les waar Google Earth een belangrijke rol speelt en de docenten worden uitgedaagd om na te denken over datzelfde onderwijs waarbij ze Google Earth weg mogen laten. Kunnen ze iets anders bedenken dat niet zo goed of misschien beter is? Waarom wel of niet? Deze reflectie levert een soort "aha-moment" op, waardoor de docenten leren.

Daarnaast beschrijven  Karsten, Teresa en Mia een interessant instrument om te kijken hoe docenten over hun eigen TPACK denken: geef ze (op papier?) de 3 cirkels van het TPACK model (PK, CK en TK) en laat ze zelf bepalen hoe groot de 3 verschillende cirkels zijn als ze dit op zichzelf betrekken en in hoeverre de cirkels op welke manier met elkaar overlappen. Op deze manier krijg je een discussie die waarschijnlijk meer open gevoerd kan worden dan dat je de docenten in het bestaande model "duwt". Het idee is dat je dit voor en na een interventie (workshop, werken in teams aan onderwijs, etc.) doet om te kijken wat het effect is van de interventie. Interessant, maar het zijn weer self-reported data. Hoe gaan ze daar mee om? Deze vraag maar in de Facebook groep gesteld, er is zoveel discussie en zoveel ideeën dat ik het antwoord hierop ook wel na zou willen lezen later. Wat ik me ook afvraag is of ervaren docenten de cirkels nog steeds uit elkaar kunnen of willen halen. Als je gewend bent om ICT in het onderwijs te gebruiken is het waarschijnlijk wel te doen om TK, PK en CK te benoemen, maar het benoemen van TPK en TCK en ook TPCK wordt wellicht te kunstmatig? De organisatoren van de roundtable geven aan dat op het moment dat docenten dit niet meer kunnen (of willen!) doen ze misschien voldoende TPACK hebben. Interessant.. daar moeten we eens verder over nadenken.

SITE2012: Keynote Larry Johnson, Horizon Report

De kyenote van vandaag is Larry Johnson en zijn presentatie zal gaan over het Horizon Project en het Horizon Report. Dit rapport wordt in Nederland ook veel genoemd en beschreven (zie bijvoorbeeld het bericht op de blog van Wilfred Rubens). Er is ondertussen ook een app beschikbaar met alle informatie uit het Horizon Report! Ik zal het rapport hier niet beschrijven, maar meer aangeven wat Larry Johnson vandaag zegt over technologie in het onderwijs. Daarbij verwacht ik niet dat hij expliciet TPACK zal noemen (maar wie weet..), maar omdat het doel van het rapport is "to identify and describe emerging technologies likely to have an impact on learning, teaching, and creative inquiry in higher education" denk ik dat het zeker relevant is voor ons TPACK werk.

Larry benadrukt dat ons huidig gebruik van technologie een grote invloed heeft op de manier waarop wij naar de wereld kijken. Door het gebruik van bijvoorbeeld een camera op een mobiele telefoon, een weblog of een facebook pagina kunnen we veel sneller informatie verspreiden en zijn we veel sneller op de hoogte van wat er in andere delen van de wereld gebeurt, oftewel, "the network is everywhere". Hij geeft de ontwikkelingen rondom de Arabische lente als voorbeeld. Dit voorbeeld is een heel duidelijk voorbeeld van waar een bericht op Facebook toe kan leiden, maar heeft naast een positieve inslag (mensen kunnen hun mening uiten) toch ook een wat negatieve klank vanwege de gebeurtenissen die daarop volgden. Toch zijn deze voorbeelden door te trekken naar onderwijs. Er zijn verschillende "megatrends" die invloed hebben op ons werk (zie foto). Maar ondanks deze trends en alle technologieën die we kunnen gebruiken benadrukt Larry dat we er voor moeten blijven zorgen dat kinderen nieuwsgierig en vol bewondering naar de wereld kijken. En misschien kunnen we daar de nieuwere technologieën voor inzetten (maar misschien moeten we soms ook de keuze maken om dat niet te doen).

De grote vraag is nu natuurlijk hoe je als docent zo goed mogelijk gebruik kan maken van dat wat er in het Horizon Report staat. Dat zou o.a. betekenen dat docenten meer gebruik moeten maken van "het internet der dingen", zoals op de website van het innovatieprogramma van SURFnet/Kennisnet staat: "een ontwikkeling waarbij alledaagse objecten (tas, schoenen, koelkast) in de toekomst verbonden zijn met het internet. Deze objecten zijn voorzien van een technologie die het object als ‘ding' herkenbaar maakt en in staat stelt binnen een netwerk (het internet) met andere ‘dingen' in verbinding te staan.". Tja... hoe ga je dat in het onderwijs doen? Of moeten (moeten?) docenten eerst maar eens beginnen met de andere technologieën die in het rapport staan: mobiele apps, tablet pc's en serious games. Hier zijn al wel wat meer voorbeelden van, maar ondanks dat ik zelf de ontwikkelingen en trends die in het rapport genoemd worden erg interessant vindt ben ik bang dat we steeds meer voor de grote groep docenten uit gaan lopen en de vraag is of en hoe ze dat kunnen inhalen en op welke manier wij dat kunnen ondersteunen. Iemand ideeën?

SITE2012: SIG TPACK

De tweede dag van de conferentie begint vroeg: om half 8 's ochtends zitten we bij de Special Interest Group van TPACK. Mark Hofer en Candace Figg zijn de co-chairs van deze SIG en heten ons van harte welkom op dit vroege tijdstip. De SIG is een hele actieve groep en groeit ook elke jaar. Als je lid bent van de SIG heb je toegang tot alle onderzoeksresultaten, kan je lid worden van de nieuwsbrief en van verschillende omgevingen om samen te werken en met elkaar te publiceren. Het mooie is.. dat kan je ook als je geen lid bent van de SIG. Alle TPACK informatie is openbaar, iedereen die interesse in TPACK heeft kan overal aan mee doen. Het delen van informatie en op die manier samen te werken aan de verdere ontwikkeling van (onderzoek naar) TPACK is een belangrijk uitgangspunt. Dat is ook een van de redenen waarom we zoveel mogelijk van de Nederlandstalige TPACK instrumenten (en andere documenten) beschikbaar stellen op de Nederlandstalige TPACK website.

Mark laat wat statistieken zien over de SIG en deze conferentie. Op dit moment zijn er 470 leden, ruim 1200 mensen die de nieuwsbrief krijgen en dit jaar zijn er 78 presentaties op deze conferentie over TPACK. Ook de Mendeley pagina groeit goed wat betreft alle TPACK publicaties.Op dit moment zijn daar bijna 300 TPACK-gerelateerde artikelen te vinden.

Daarna gaan we kort in groepjes aan de slag op basis van je eigen onderzoeksinteresse: het ontwikkelen van TPACK bij pre- en in-service teachers, het ontwikkelen van instrumenten en nadenken over de theoretische achtergrond van het TPACK model.
Diana, Mia, Petra, Mamta, Esra, Wei
Zelf ga ik met een aantal mensen wat verder praten over instrumentontwikkeling. De TPACK Survey die wij ook in Nederland gebruiken wordt op veel plekken in de wereld gebruikt. Ook hier hoor je weer dezelfde opmerkingen over dit instrument: het is vrij algemeen van aard. Maar ook wij komen vanochtend weer tot de conclusie dat je nooit een instrument kan maken dat geschikt is voor elke situatie. De huidige TPACK Survey kan gebruikt worden als uitgangspunt en je kan deze aanpassen voor je eigen situatie. In de VS wordt dit ook zeker aangemoedigd met de vraag of je je aangepaste versie weer wilt terugsturen naar de auteurs van de vragenlijst, zodat alles verzameld en weer opnieuw verspreid kan worden. Ook dat proberen we in de NL-situatie te bereiken, dus ik nodig jullie ook van harte uit om jullie (nieuwe of aangepaste) instrumenten naar ons op te sturen!